Twee jaar geleden kende het Italiaanse nationale team haar absolute dieptepunt. Eerlijk is eerlijk: het verval zat er al een paar seizoenen in. Op het WK 2014 werden de Azzurri al in de groepsfase uitgeschakeld na pijnlijke nederlagen tegen Costa Rica en Uruguay. Twee jaar later – op het EK 2016 – reikten de mannen van Antonio Conte nog wel tot de kwartfinale, maar bleek dat slechts een kleine opleving van een matige nationale ploeg te zijn. Conte vertrok en Italië stortte in.
De klap kwam in november 2017 uiteindelijk toch vrij hard aan toen de Azzurri zich voor het eerst sinds 1958 niet wisten te kwalificeren voor het WK 2018. Onder Gian Piero Ventura – die meer lijkt op een uitbater van Yab Yum dan op een bondscoach en wiens voetbalprincipes wel héél erg conservatief bleken – gingen de Italiaanse diva’s er in de play-offduels af tegen Zweden. 1-0 in Solna. 0-0 in Milaan. Zweden naar Rusland. Italië bleef thuis. Voor schrijver Marco Bellinazzo genoeg reden om een boek te schrijven. ‘La fine del calcio Italiano’, vrij vertaald: het einde van het Italiaanse voetbal. Het komt me bekend voor.
CT
Tijd voor een frisse wind. Gian Piero Ventura werd verguisd, ontslagen en keerde terug naar Ibiza en de Italiaanse bond ging op zoek naar een nieuwe trainer. Stiekem hengelde Roberto Mancini – na zijn vertrek bij Inter, waar hij werd opgevolgd door Frank de Boer, zonder club – al een paar seizoenen naar het bondscoachschap. Het leek de oud-manager van onder meer Manchester City enorm interessant om het Italiaanse voetbal weer her op te bouwen. Zo geschiedde. Mancini werd aangesteld als nieuwe comissario tecnico della nazionale Italiana. Bondscoach, dus.
Ondergetekende had het niet verwacht, maar de aanstelling van Mancini bleek een schot in de Italiaanse roos. De best geklede trainer ter wereld zorgde voor nieuw elan bij de nationale ploeg van het best geklede land dat er is. Was de start – met een nipte overwinning op Saudi-Arabië en een nederlaag tegen Frankrijk – nogal stroef, begon het daarna op alle fronten enorm goed te lopen.
Structuur
Mancini schiep orde in de chaos, was streng, maar benaderbaar en vond al snel een geschikte modus operandi. De Azzurri zouden in een 433-formatie aantreden, waarbij de focus op defensieve zekerheid zou liggen en waarin er in aanvallend opzicht ruimte voor creatieve individuen zou worden ingeruimd. Het doet sterk aan het huwelijk tussen Ronald Koeman en het Nederlands elftal denken. Net als Koeman liet Mancini het vanaf zijn aanstelling niet na om door te selecteren en gaf hij direct de kans aan nieuw, relatief onbekend talent.
Voorbeelden? Supertalent Sandro Tonali werd al opgeroepen op het moment dat hij met Brescia nog in de Serie B speelde, middenvelder Stefano Sensi verdiende al een basisplek op het moment dat hij nog bankzitter bij middenmotor Sassuolo was en Gaetano Castrovilli – de middenvelder van Fiorentina met een even grote passie voor klassieke dans als voor voetbal – maakte afgelopen vrijdag zijn debuut. Het selectiebeleid, de tactiek en de rust van Mancini zorgden voor een frisse wind om en rond het Italiaanse nationale elftal. Het sentiment werd gigantisch snel gekeerd.
Herrijzenis
Het resultaat mag er dan ook zijn. Twee jaar na het drama tegen Zweden weet weer wat winnen is. De nationale ploeg kwalificeerde zich het snelste ooit voor een eindtoernooi en mag zich opmaken voor drie EK-duels in Rome, alwaar de nieuwe helden hun kunsten in het Stadio Olimpico mogen gaan vertonen. Het land is weer trots op de eigen spelers en de nationale ploeg is weer een klein lichtpunt voor het (voetbal)zieke Italië. Het Fratelli d’Italia mag weer écht gepassioneerd ten gehore worden gebracht.
De herrijzenis van Italië is grotendeels te danken aan Roberto Mancini. De wonderdokter heeft de Azzurri er razendsnel gekregen en pardoes is het nationale team een kanshebber voor de Europese titel. Wie weet staat Italië straks wel in de finale van het EK. Het zou me niet verbazen als Nederland daarin de tegenstander is. De Italiaanse Koeman tegen de Nederlandse Koeman. En dat op Wembley.
Reactie plaatsen
Reacties